Category:Dutch idioms
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch phrases understood by subjective, as opposed to literal meanings.
- Category:Dutch rhetorical questions: Dutch questions posed only for dramatic or persuasive effect.
Top – A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z |
Subcategories
This category has only the following subcategory.
R
- Dutch rhetorical questions (0 c, 0 e)
Pages in category "Dutch idioms"
The following 200 pages are in this category, out of 468 total.
(previous page) (next page)A
- aan de hand zijn
- aan de touwtjes trekken
- aan het kortste eind trekken
- aanzien des persoons
- aard van het beestje
- academisch kwartier
- achter de rug
- achter het behang kunnen plakken
- achter het net vissen
- addertje onder het gras
- af en toe
- alle registers opentrekken
- alleen de rozijnen uitpikken
- als de bonte hond bekend staan
- als een paal boven water staan
- als muziek in de oren klinken
- als puntje bij paaltje komt
- anderhalve man en een paardenkop
- appeltje voor de dorst
- Attisch zout
B
- bedruipen
- beneden de rivieren
- beren op de weg zien
- beter één vogel in de hand dan tien in de lucht
- bij de beesten af
- bij de konijnen af
- bij de lurven pakken
- bij de neus nemen
- bij de vleet
- blauw betalen
- blijven zitten
- bodempje leggen
- boter bij de vis
- boterbriefje
- boven de rivieren
- boven Jan zijn
- brood zien in
- bruine beer
- buiten de boot vallen
- buiten de pot pissen
- buiten kijf staan
- buitenwacht
D
- dat het een aard heeft
- de beer is los
- de bloemetjes buiten zetten
- de brui geven
- de dans leiden
- de dans ontspringen
- de dood of de gladiolen
- de duvel en zijn ouwe moer
- de een na de ander
- de geest is uit de fles
- de goede oude tijd
- de handdoek in de ring gooien
- de handdoek in de ring werpen
- de hel breekt los
- de kaas niet van het brood laten eten
- de kat de bel aanbinden
- de kat uit de boom kijken
- de kip met de gouden eieren slachten
- de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt
- de knuppel in het hoenderhok gooien
- de kool en de geit sparen
- de krenten uit de pap halen
- de kroon spannen
- de les lezen
- de les spellen
- de lul zijn
- de mist ingaan
- de mond snoeren
- de oren wassen
- de pijp aan Maarten geven
- de proef op de som nemen
- de rug toekeren
- de Russen zijn in het land
- de sigaar zijn
- de spijker op de kop slaan
- de spits afbijten
- de spot drijven
- de stoute schoenen aantrekken
- de strijdbijl begraven
- de stuipen op het lijf jagen
- de teerling is geworpen
- de vuile was buiten hangen
- de week doormidden zagen
- dertien in een dozijn
- diets maken
- doen alsof zijn neus bloedt
- door het lint gaan
- door het slijk halen
- doorgestoken kaart
- dubbel liggen
- dweilen met de kraan open
E
- een appel en een ei
- een blauwe scheen lopen
- een blauwtje lopen
- een boekje opendoen
- een bord voor je kop hebben
- een gegeven paard niet in de bek kijken
- een jasje uitdoen
- een kat een kat noemen
- een kind kan de was doen
- een lans breken
- een olifantshuid hebben
- een plaat voor je kop hebben
- een spaak in het wiel steken
- een speld tussen krijgen
- een sprong in het duister maken
- een uiltje knappen
- een vijs kwijt zijn
- een zwaluw maakt geen zomer
- een zwaluw maakt nog geen lente
- eieren voor zijn geld kiezen
- Engelse ziekte
- er zit een schroefje los
- erin gaan
- ernaast zitten
G
H
- haar op zijn tanden hebben
- haring of kuit
- heil zien in
- heilig huisje
- heitje voor een karweitje
- helaas pindakaas
- hem smeren
- het achterste van zijn tong laten zien
- het bijltje erbij neerleggen
- het erom spannen
- het geweer van schouder veranderen
- het haasje zijn
- het hazenpad kiezen
- het hebben over
- het heft in eigen handen nemen
- het heft in handen hebben
- het kaf van het koren scheiden
- het kan vriezen en het kan dooien
- het kan wel lijden
- het kind met het badwater weggooien
- het klokje rond
- het laten afweten
- het levenslicht zien
- het licht zien
- het loodje leggen
- het naadje van de kous
- het onderspit delven
- het paard achter de wagen spannen
- het schip ingaan
- het spits afbijten
- het volle pond betalen
- het voor gezien houden
- het warm water uitvinden
- het zekere voor het onzekere nemen
- hetzelfde liedje
- hoe de vork in de steel zit
- hom of kuit
I
- iemand een kloot aftrekken
- iemand liggen hebben
- iemand met een kluitje in het riet sturen
- ijs en weder dienende
- ik zie u graag
- in arren moede
- in de bloemetjes zetten
- in de bres springen voor
- in de gaten houden
- in de Heer zijn
- in de kiem smoren
- in de kinderschoenen staan
- in de lijn der verwachting liggen
- in de maling nemen
- in de melk te brokkelen hebben
- in de pan hakken
- in de piepzak zitten
- in de put zitten
- in de rug steken
- in de soep draaien
- in de soep lopen
- in de steek laten
- in de vingers snijden
- in de watten leggen
- in de weer zijn
- in de wieg gelegd zijn
- in de wind slaan
- in een deuk liggen
- in een lastig pakket zitten
- in een lastig parket zitten
- in goeden doen
- in groten getale