begeerte

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

From Middle Dutch begeerte, variant of begeerde. Equivalent to begeren +‎ -te.

Pronunciation

[edit]
  • IPA(key): /bəˈɣeːr.tə/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: be‧geer‧te

Noun

[edit]

begeerte f (plural begeerten or begeertes, diminutive begeertetje n)

  1. desire (for), craving (for), thirst (for)
    Synonym: geer
    Hij voelde een sterke begeerte naar avontuur en besloot de wereld rond te reizen.
    He felt a strong desire for adventure and decided to travel the world.
    Na een lange wandeling had hij een grote begeerte naar een verfrissend drankje.
    After a long hike, he had a great thirst for a refreshing drink.
    Haar begeerte naar succes dreef haar om hard te werken aan haar doelen.
    Her craving for success drove her to work hard towards her goals.
  2. desire, wish, dream (something coveted)
    Hij koesterde al lang de begeerte om een eigen bedrijf te starten.
    He had long nurtured the desire to start his own business.
    Haar grootste begeerte was om te kunnen reizen en nieuwe culturen te ontdekken.
    Her greatest wish was to be able to travel and explore new cultures.
    Zijn grootste begeerte was om beroemd te worden als muzikant.
    His biggest dream was to become famous as a musician.

Derived terms

[edit]
[edit]

Descendants

[edit]
  • Afrikaans: begeerte
  • Negerhollands: begeer