handgemeen

From Wiktionary, the free dictionary
Jump to navigation Jump to search

Dutch[edit]

Etymology[edit]

hand +‎ gemeen

Pronunciation[edit]

  • (file)
  • Rhymes: -eːn
  • Hyphenation: hand‧ge‧meen

Adjective[edit]

handgemeen (not comparable)

  1. involved in a fight
    • 1965, Charles Verlinden, Het ontstaan van de Atlantische beschaving: van Renaissance tot verlichting, E. Story-Scientia, page 479:
      Nauwelijks was de vrede van Aken (1748) getekend, of Spanjaarden en Portugezen raakten handgemeen in Zuid-Amerika.
      (please add an English translation of this quotation)

Usage notes[edit]

Occurs in current use only as the complement of a copular verb such as raken, worden en zijn.

Synonyms[edit]

Noun[edit]

handgemeen n (plural handgemenen, diminutive handgemeentje n)

  1. scuffle (fight)

Synonyms[edit]